Wedstrijdbepalingen NK aspiranten

1. Voor zover hierna niet anders bepaald, zijn de bepalingen van het Spel en Wedstrijdreglement van de KNDB van
toepassing.

2. Het speeltempo bedraagt 50 zetten per speler in de eerste twee uur, daarna 25 zetten per speler over het volgende half uur. Is de partij dan nog niet beëindigd, dan wordt er verder gespeeld volgens het Fischer-systeem (twintig seconden per speler per zet). De klok van de zwartspeler wordt op het aanvangsuur in werking gesteld. De zwartspeler doet vervolgens door het omzetten van de klok de bedenktijd van de witspeler voor de eerste zet ingaan.

3. Indien een speler een uur na aanvang van de partij nog niet aanwezig is, wordt de partij voor hem verloren verklaard (art. 12.2)

4. Het is in de eerste plaats de taak van de speler vast te stellen of het vereiste aantal zetten is gedaan. Nadat de bedenktijd van één der spelers verstreken is, wordt aan de hand van de bijgewerkte notatie van beide spelers vastgesteld hoeveel zetten binnen de verstreken bedenktijd zijn gedaan. Indien daarbij komt vast te staan, dat de speler wiens vlag is gevallen, niet het vereiste aantal zetten heeft gedaan, verliest deze de partij door tijdsoverschrijding. In alle andere gevallen wordt de partij voortgezet. Daarbij worden, indien niet kan worden vastgesteld hoeveel zetten zijn gedaan, de spelers geacht in de verstreken bedenktijd precies het vereiste aantal zetten te hebben gedaan (art. 12.1). Voor het bepalen of het voorgeschreven aantal zetten binnen de beschikbare
tijd is gedaan, wordt de laatste zet geacht te zijn voltooid, nadat de speler zijn klok tot stilstand heeft gebracht
(art. 10.5).

5. De spelers noteren in duplo. Het origineel van de notatie moet door elke speler, voorzien van de uitslag en met
vermelding van de gebruikte speeltijden, direct na de partij aan de arbiter worden gegeven.

6. Het afbreken van partijen is niet toegestaan. Als een partij bij het sluiten van het speellokaal nog niet is beëindigd, zijn de spelers verplicht de partij in een door de arbiter aan te wijzen speelgelegenheid uit te spelen.

7. Aan de speler die de partij wint, worden twee punten toegekend. Bij remise krijgen beide spelers één punt. Aan de verliezer worden geen punten toegekend.

8. Een partij waarin remise wordt overeengekomen vóór dat wederzijds veertig zetten zijn gedaan, wordt voor beide
spelers verloren verklaard.

9. De eindstand van het toernooi wordt bepaald door het door elke speler behaalde aantal punten: de speler die de
meeste punten behaalt, is winnaar van het toernooi. Aan deze speler wordt de titel van kampioen toegekend. De
speler die op één na de meeste punten behaalt eindigt als tweede, enzovoort. Tussen spelers met een gelijk aantal
punten wordt de plaats op de ranglijst bepaald door de hieronder genoemde punten (art. 31.1):
a. het grootste aantal overwinningen;
b. het beste onderlinge resultaat tussen de na toepassing van a. nog gelijk geëindigde spelers;
c. de hoogste score in volgorde van de eindranglijst, dus eerst het resultaat tegen de al dan niet gedeelde
nummer 1, dan het resultaat tegen de al dan niet gedeelde nummer 2, enzovoort;
d. loting.

10. Met nadruk wordt erop gewezen, dat de aanwijzingen van de arbiter strikt moeten worden opgevolgd. Het hinderen of afleiden van de andere spelers kan bestraft worden en kan het verlies van de partij tot gevolg hebben (art. 16 en 17). Hetzelfde geldt, indien een speler zich tijdens de partij zonder enige reden buiten de speelzaal bevindt of ander afwijkend gedrag vertoont. -14-

11. Indien een speler zich wegens ziekte of een andere reden uit dit toernooi terugtrekt, wordt gehandeld volgens art. 30.

12. Aan de plaatsing in de eindstand zijn de volgende rechten verbonden. De hoogstgeplaatste speler, die de leeftijdsgrens nog niet heeft overschreden, plaatst zich rechtstreeks voor de finale van volgend jaar. Alle overige spelers die de leeftijdsgrens nog niet hebben overschreden, plaatsen zich voor de halve finale van het volgend jaar.
De nummers 1, 2 en 3 plaatsen zich voor het EK jeugd dat van 1 tot en met 7 augustus in Tallinn (Estland) wordt
gehouden.

13. De wedstrijdleiding berust bij de coördinator jeugdzaken KNDB. De arbiter stelt de uitslag van de partij vast en
registreert en rapporteert de uitslag van de wedstrijd aan de wedstrijdleiding. De definitieve uitslag van de wedstrijd
wordt vastgesteld door de wedstrijdleiding.

14. Eventuele voorkomende geschillen worden door de wedstrijdleiding van de KNDB beslist.

15. De arbiter ziet erop toe dat er in de wedstrijdzaal niet wordt gerookt.