Na de verloren wedstrijd tegen Haarlem was de eerste plaats verloren gegaan en in de volgende ronde stond alweer een wedstrijd tegen VAD, de nummer drie op het programma. Een sterke tegenstander, die echter wisselvallig presteert.

De opstelling was mooi in evenwicht. Aan vier borden hadden we een hogere rating, aan de vier andere borden nadeel. Als wel vaker was het Edwin de Jager die het eerst uit was. Hij forceerde in het middenspel een vrij eenvoudige schijfwinst en zijn tegenstander gaf op. De stand was al snel weer gelijk nadat Frans van Eenennaam een doldrieste kerkhofaanval plaatste die na twee keer achterlopen verloren ging.

Aan twee andere borden waar we in het voordeel waren, ging het schijnbaar gemakkelijk. Hans den Engelsman overspeelde oude rot Herman van Westerloo in een positionele partij. En Pertap Malahé toog vanaf het begin zeer agressief ten aanval en drukte zijn tegenstander helemaal van het bord af.

Toen Nico Leemberg zijn nadelig klassieke stand overleefde waren we al dicht bij de overwinning. Gerard de Groot leek ook recht op winst af te gaan.

Hans van Woerkom kon het net niet bolwerken tegen Jos Eggen door een fout in het eindspel en moest capituleren. Maar de teamwinst kwam uit onverwachte hoek. Herman Vroom leek erg onder druk te staan tegenover de aanval van Hans Vermeulen en er werd voor het ergste gevreesd. Maar Hans dacht het mooi uit te maken met een offer, waar gelukkig niks van bleek te kloppen. Herman maakte het gedecideerd af: 9-5!

Tot slot bleek de tegenstander van Gerard zich creatief te verdedigen en wist de remise te bereiken. Maar dat maakte eigenlijk niet meer uit dankzij Herman. De 10-6 overwinning bleek voldoende voor de eerste plaats, want koploper Haarlem ging – niet geheel onverwacht – ten onder tegen Damlust Gouda 2.