In de tweede competitiewedstrijd trad het WHDB-achttal ernstig verzwakt aan. Zonder Fred Ivens, Pertap Malahé en Johan Sterrenburg werd heel wat aan slagkracht ingeleverd. De stadsderby tegen ODB was daardoor op papier een gelijkwaardige wedstrijd. Het was echter wel ODB dat het eerst toesloeg. Ashok Mahabier verwaarloosde de verdediging van zijn voorpost en verloor daardoor kansloos. Hetzelfde lot trof Harry Zandvliet tegen Jetse Veenstra. Het was Alfred van Lenthe die nota bene tegen de kopman van ODB de tegentreffer op zijn schoenen had. Vanuit zijn geliefde opening kwam hij een schijf voor. Peter van Eck wist echter onverwacht te counteren en zelfs nog te winnen. Gelukkig hield Roy Bidesi het hoofd koel en wist wel de eerste punten voor Den Haag te noteren, na een consequente hekstellingpartij. Daarna liep het gelukkig iets gemakkelijker. Gerard de Groot wist na een spannende partij Hugo Simons op de knieën te dwingen. Herman Vroom moest in een klassieke stand tegen Frans Teijn aan de noodrem trekken voor de remise.Het eerste kwam weer op gelijke hoogte door een toch nog onverwachte winst van Jeroen Kos, nadat Frans van de Velde pas in het eindspel de beslissende fout maakte. Helaas kon Hans Giphart zijn positioneel sterke partij tegen Piet Rozenboom net niet in winst omzetten. De eindstand werd daardoor bepaald op een terecht 8-8 gelijkspel.