Het eerste tiental boekte zaterdag de derde 11-9 overwinning in de hoofdklasse. De winst tegen het Verenigd Amsterdams Damgenootschap leek aanvankeljk vrij probleemloos tot stand te komen, maar uiteindelijk was het met de hakken over de sloot.

Hein van Dee viel in voor Jan Kok in de wedstrijd tegen de Amsterdammers. Dit keer geen Partie Bonnard, maar een door zijn tegenstander geïnitieerde bloedeloze remise waarmee de score werd geopend. Den Haag kwam op voorsprong door een keurige winst van Pertap Malahé die daarmee zijn revanche pakte voor de wedstrijd in Tilburg. Het zag er toen al rooskleurig uit, ook al liep de mooie klassieke stand van Piet Lodder remise. Wim Bremmer had eerst zijn schijfverlies in de Kelleropening goed gemaakt en vervolgens zelfs in een voorsprong omgezet. Frans van Eenennaam leek het doldrieste spel van zijn tegenstander af te gaan straffen. En Gerard de Groot moest zijn eerste winst in twee jaar gaan boeken, na een fraai opgezette Roozenburg verdedigingspartij, afgemaakt met een variant op het Drost-offer en de daaropvolgende doorbraak.

Het liep echter heel anders. Frans moest een doorbraak naar dam voor twee schijven toestaan en stond zeer kritiek. Gerard moest het in tijdnood afmaken, overzag eerst een remisecombinatie en vervolgens het verstrijken van de bedenktijd. En Wim Bremmer kwam weliswaar in een eindspel met een schijf meer, maar kon onmogelijk nog winnen.

De redding kwam uit onverwachte hoek. Jaap van Galen kon zijn voordeel nauweljks concreet maken, maar wist uit het niets toch een kansrijk overmachteindspel op het bord te toveren. Tijdens zijn tweede (!) tijdnoodfase wist Jaap het vlak voor de 75ste zet uit te maken en zette zijn team weer op voorsprong.

Helaas wisten Fred Ivens en Herman Vroom hun voordelige standen niet te verzilveren zodat de druk op Frans en Jeroen lag om hun partij remise te maken. Frans lukte dit na vijf uur spelen, maar bij Jeroen was het iets lastiger. Pas om half zeven kon Jeroen de remise definitief aantonen en was het eindelijk 11-9.