Het eerste team was zonder speciale verwachtingen naar Tilburg afgereisd om daar één van de favorieten te bestrijden. Acheraf was er vreugde maar ook spijt om de bereikte 10-10.

Het tiental, dit keer zonder invallers, beleefde een turbostart. Fred Ivens trof aan bord 9 een invaller en had deze binnen een uur de twee punten hardhandig afhandig gemaakt. Veel verrassender was de winst van Herman Vroom tegen de voormalig kampioen van België, Marc de Meulenaere. Na een typische Herman-opening leek de Belg eerst gemakkelijker te staan maar raakte vervolgens de weg en een schijf kwijt. Herman maakte het koelbloedig af. 4-0 na twee uur spelen.

De rest leek gewoon een kwestie van consolideren. En bij Jeroen Kos en Jaap van Galen zat er misschien nog wel meer in. Jan Kok was vlak voor de tijdcontrole de eerste met remise na een gelijkopgaande partij. Spoedig gevolgd door Gerard de Groot die net als vorig jaar Eddie Budé in bedwang hield. Jeroen Kos kon zijn powerplay tegen Bryan Wollaert niet volhouden en moest de teurgtocht naar remise kiezen.

Het keerpunt kwam echter met het verlies van Pertap. Waar eenieder verwachtte dat Pertap de weg naar een remise-eindspel met een schijf meer zou kiezen, dacht hij met een andere variant meer kansen te creëren. Dat klopte echter niet en het was meteen uit. Frans van Eenennaam en Piet Lodder slaagden er wel glansrijk in om hun onder druk staande standen naar remise te voeren. Dat gold ook voor Jaap van Galen die plots geconfronteerd werd met een gevaarlijke omsingeling van zijn aanval.

Als laatste was Wim Bremmer bezig tegen de Tilburgse kopman Toine Brouwers. Wat zelden voorkomt, gebeurde nu wel. Wim raakte in een klassiekje een schijf kwijt en wist het eindspel net niet meer remise te maken. 10-10 derhalve. Weliswaar een terechte uitslag en zelfs een leuk succesje, maar toch ergens een wrang nasmaakje.