Het eindspel Schaaf met Bonnard kenmerk












(1) Schaaf - NN
Cursus eindspel;Standaardeindspelen


Gebaseert op artikel uit Dammen, nummer 65, juni 1991, door Johan Bastiaannet: Bekend standaardeindspel blijkt toe aan een herziening.

Het thema is een overmachtseindspel, met een zwarte schijf op 26 en een witte schijf op 36 (bonnard-kenmerk)
Voordat we naar het schaaf eindspel gaan, eerst het thema. Wit heeft nog 2 dammen en (naast 36) een tweede schijf. De positie van de tweede schijf bepaalt of winst nog mogelijk is.Zwart heeft met zijn dam de lange lijn.
A: De tweede schijf over de lange lijn, dan haalt wit 3 dammen en maakt de vangstelling (dam op 46,37 en 27, witte schijf op 36). De zwarte dam kan niet ontsnappen. Staat de zwarte dam op de lange lijn, dan maakt wit de vangstelling van de diagram , maar dan met 3 dammen i.p.v. 2 dammen en 1 schijf.
B. De tweede schijf is niet over de lange lijn, maar veld 33 is wel bereikbaar.

Veld 33 is bereikbaar binnen de pyramide: 38,42,47,39,44,50 en 43,48,49.
Is bij optie B veld 33 niet bereikbaar voor wit, dan is winst een illusie en kan wit met gerust hart remise aanbieden. Veld 33 is belangrijk omdat daarmee de zwarte schijf op 26 naar de lijn 6--50 getransporteerd kan worden en zodoende de zwarte dam van de lange lijn gejaagd kan worden, waarna schijf 33 de oversteek kan maken over de lange lijn en ontastbaar is en dam kan halen. Als wit 39-50 speelt staat is de sleutel stand bereikt van het eindspel met bonnard kenmerk, met zwarte dam op de lange lijn. 1.39-50 Een andere winstvariant is:
[ 1.39-48 Dreigt nu met 48-31 anex 33-28 , zwart moet de lange lijn onder controle houden, dus moet naar 46 14-46 2.48-42 46-5 3.42-31 26x37 4.33-28 5x32 5.16x38 ]
1...14-5
[ 1...14-10 2.36-31 26x37 3.16-32 37x39 4.50x5 ]
[ 1...14-20 2.33-28 20-14 3.28-22 ]
[ 1...14-9 2.16-27 9x31 3.36x27 ]
2.16-49 5-10
[ 2...5-46 3.49-32 46x39 4.50x28 ]
3.36-31 26x37 4.49-32 37x39 5.50x5












(2) Schaaf Eindspel met Bonnard kenmerk
Stand. eindsp. schaaf - Bonnard kenmerk, 21-04-2017


Dit is het eindspel van Schaaf met Bonnard kenmerk. Zwart kent dit eindspel maar zorgt ervoor dat de lange lijn , en veld 33,voor wit onbereikbaar blijven door het pendelen tussen 15--47 zodat de variant die eerder werd uitgelegd nooit op het bord kan momen. Daar staat tegenover dat de witte dam op 16 wellicht de lange lijn onder controle kan krijgen, en als de witte dam op 37 staat heeft wit een vanger, en kan daarmee misschien de zwarte dam verjagen van 15--47, waarna een wit schijfje de oversteek over de lange lijn, naar dam, kan wagen. Echter, in de oplossing van Piet Schaaf zaten 2 fouten, opgemerkt door Sijbrands (1989) en Bastiaanet (1991). Gelukkig is er een waterdichte wint gevonden, die hier gepubliceerd zal worden. 1.16-2
[ 1.16-32? 26-31 2.36x27 47-36 3.27-21 36-27= ]
1...47-29 2.2-19 Eerste doel bereikt, de lange lijn 29-33 3.19-37 Zwart heeft geen ander plan dan pendelen tussen 15 en 47, anders kan wit de oversteek naar de lange lijn en naar dam wagen omdat schijf 48 veilig staat. Nu dreigt wit met 43-38, dus gedwongen is: 33-47* 4.43-39 47-38* De enige 5.39-34 38-33 Bijna 40 jaar lang gold 34-30 als winnende voortzetting, maar Sijbrands toonde aan dat dit remise is. Zie dammen 65 6.37-46! De zwarte dam mag op diagonaal 15-47 niet meer los staan vanwege 36-31, 26*37 en de zwarte dam gaat er aan indien los. Onder geen beding mag wit met een houtje oprukken (34-29) naar de lange lijn zolang wit veilig op 48 staat dus met zwart naar 6 en 50 geeft ook verlies. Zwart kan voorlopig alleen nog naar 15 en 47 spelen. Van belang is ook dat, anders dan in andere situaties, de zwarte dam niet meer naar de diagonaal 4-36 kan (met de bedoeling te dreigen met 26-31 en schijf 36 weg te ruilen), omdat die ruil niet kan als de zwarte dam op 22 staat (overigens het enige veld waar de zwarte dam los mag staan!!). In andere situaties gaf die dreiging wel redding, en belangrijker nog, wit kan na 33-22 de winnende zet 34-29! doen, omdat de remise finesse niet kan, zoals het vervolg laat zien.
[ Nu de remise variant van Sybrands. Eerst de hoofdvariant van Schaaf: 6.34-30? 33-29 7.37-32 (7.37-46 29-18= 26-31 dreigt, en indien 46-37 dan gaat zwart terug naar 29 met herhaling van zetten als wit opnieuw naar 46 gaat.) 7...29-47 8.30-25 47-33 9.32-5 33-29 10.5-19 29-33 11.48-43 In de oorspronkelijke variant wordt 33-22 niet overwogen, Sybrands laat zien dat dit juist remise is. 33-22
A) 12.25-20 22-27 13.43-39 26-31= Zwart heeft de klemzet
B) 12.43-38 22-27 13.19-32 27-16 14.25-20 16-2 15.20-15 (15.32-27 2-16 16.27-32 16-2 17.32-37 2-16 18.38-33 26-31 19.37x26 16-11 20.33-29 11-7 21.29-24 7-2=) 15...26-31 16.36x27 2-24= ]
6...33-22
[ 6...33-47 7.34-30 47-15 8.30-25 15-47 9.48-43 47-15 10.46-37 15-47 (10...15-4 11.25-20+-) 11.25-20 47x15 12.43-38 15x31 13.36x27 ]
[ 6...33-15 7.34-30 15-47 8.30-25 47-15 9.46-37 (9.48-43? 15-4 Dreigt met 26-31 10.46-37 4-27 11.43-39 27-22 12.39-34 22-18 13.34-30 18-13=) 9...15-24 (9...15-4 10.25-20+-) 10.48-43 Met de sleutelstand, zwart moet dus weg 24-13 11.43-38+- ]
7.34-29 22-18 Zwart hoopt op 29-24 waarna de ruil 26-31 36x27 18x36 de verlossende remise brengt, maaaaaaar.... 8.48-43!! 18x48 9.46-37 48x31 10.36x27












(4) Schaaf eindspel via compositie


EEN EINDSPEL COMPOSITIE.
Wit wint hier doordat hij zwart het standaardeindspel van Piet Schaaf kan opdringen 1.14-10 40-44 2.10-5
[ 2.43-39 44x42 3.48x37 26-31 4.37x26 27-32 5.10-5 32-38= ]
2...44-50
[ 2...44-49 3.43-39 49x32 4.5x46+- ]
3.5-32 Zwart moet hoe dan ook een schijf terug verdienen om niet door overmacht ten onder te gaan, de volgende zet is dus gedwongen 50-33* 4.32x16 33x47 En vervolgens het standaardeindspel van Piet Schaaf spelen zal wit de overwinning schenken



All games on this page as PDN here

Generated with Turbo Dambase 5.0