De verste uitwedstrijd bracht het eerste team afgelopen zaterdag helemaal naar het Zuid-Limburgse Geleen. Het werd, net als de wedstrijden tegen Schiedam en IJmuiden, weer een wedstrijd van net niet: 11-9 verlies. Het is een natuurlijke reactie om te zeggen dat we pech hebben. Dat de wedstrijden die gewonnen worden een uiting zijn van de Haagse superioriteit, en de wedstrijden waar we te weinig krijgen het gevolg zijn van pech. Maar dat is toch te gemakkelijk. Het is toch waarschijnlijker dat we dit jaar toch net een beetje kwaliteit te kort komen om gewonnen standen te winnen of lastige standen remise te voeren.

Maar er waren wel mooie prestaties in het Limburgse. Zo boekten Emre Hageman en Berke Yigitturk beiden hun derde overwinning op rij! En niet tegen de minsten. Nu moesten Adiatu Ibrahim en Martijn van Gortel met een rating van resp. 1343 en 1244 hun meerdere in de jongelingen erkennen. Ook Herman speelde geheel volgens plan een puike partij tegen de Limburgse topper Paul Nitsch naar remise. Een rustig klassiekje en op de 40e zet remise aanbieden. Vijf punten tegen de top-3 van de tegenstander. Dat is netjes.

Aan de andere kant konden Hein van Dee en invaller (en jarige!) Radjen Kalloe het niet bolwerken tegen hun veel sterkere tegenstanders. Ook Roy Bidesi raakte verstrikt in de aanval van zijn tegenstander en moest het onderspit delven. De gevallen van pech deden zich voor op de borden van Frans Teijn en Frans van Eenennaam. De eerste kwam in de opening een schijf voor maar het liep door een onevenwichtige schijvenverdeling toch remise. En de tweede kwam na een mindere opening onverwacht gewonnen te staan, maar miste de beslissende combinatie.

Tot slot speelde Pertap Malahé een gelijkwaardige partij tegen een gelijkwaardige tegenstander. En Gerard de Groot, de enige die een tegenstander met een lagere rating trof, kan zijn vorm van vorig jaar niet evenaren en speelde opnieuw remise.